Zicht op Zeldzaam Zorgstandaarden.net VSOP voor zeldzame en genetische aandoeningen Zeldzame ziekten
Kwaliteitsstandaard Oesofagusatresie
Kies een hoofdstuk

> > Bijlage 4 Vragenlijst mogelijke ontwikkelingsproblemen

Bijlage 4 Vragenlijst ter inventarisatie van mogelijke ontwikkelingsproblemen

Onderstaand een aantal vragen die mogelijk het functioneren in verschillende domeinen kunnen verhelderen, bijvoorbeeld de cognitieve ontwikkeling. Deze vragen zijn bedoeld als hulpmiddel om een beeld te vormen van verschillende domeinen. Deze vragen kunnen de (regievoerend) arts helpen om in te schatten of een verwijzing op een bepaald ontwikkelingsgebied nodig is. De ontwikkeling wordt vaak gevolgd door een kinderarts.
Veel informatie is ook aanwezig bij de jeugdarts. Door de jeugdarts wordt op jonge leeftijd vaak al een SDQ afgenomen en de jeugdarts ziet een kind met name op jonge leeftijd veelvuldig en kijkt ook naar de ontwikkeling op motorisch, cognitief en psychosociaal vlak. Ook screent de jeugdarts op taal/spraakproblemen. Bij achterstand in ontwikkeling in een van de domeinen zal de jeugdarts verwijzen.
Deze vragenlijst zal altijd gecombineerd moeten worden met goede ketenzorg bij alle zorgverleners die bij het kind betrokken zijn.
Deze vragen kunnen op indicatie worden afgenomen. Ook dient per kind bekeken te worden of alle vragen relevant zijn om te stellen aan de patiënt. Per leeftijdscategorie zijn andere vragen van belang.
In het multidisciplinaire team zal vaak een psycholoog of maatschappelijk werker aanwezig zijn.

Ondersteunende vragen bij Tabel Follow-up:

Draaglast/draagkracht

  • Hoeveel last heeft u van problemen, klachten, zorgen? (Denk aan: praktische problemen, gezins-/sociale problemen, emotionele problemen, religieuze/spirituele problemen, lichamelijke problemen, combinatie werk/zorg voor uw kind, problemen met vinden geschikte opvang voor uw kind).
  • Lukt het u deze problemen op te lossen, of hebt u behoefte aan iemand die u hierin zou kunnen ondersteunen, zoals een psycholoog of een maatschappelijk werker?

(Cognitieve) ontwikkeling

  • Zijn er problemen met betrekking tot de motoriek?
    • Problemen met de grove motoriek? Hierbij leeftijdsgericht vragen naar motorische vaardigheden (zitten, kruipen, lopen, fietsen, zwemles, beoefening van sport).
    • Problemen met de fijne motoriek? Hierbij leeftijdsgericht vragen naar vaardigheden in de fijne motoriek (schrijven, puzzelen, tekenen).
    • Heeft uw kind fysiotherapie/ergotherapie (gehad)?
  • Zijn er problemen met betrekking tot de spraak-/taalontwikkeling?
    • Leeftijdsgericht vragen stellen.
    • Wanneer begon uw kind met praten, is hij/zij verstaanbaar, begrijpt uw kind u?
    • Heeft uw kind logopedie (gehad)?
  • Vanaf de schoolleeftijd:
    • Kunt u de schoolloopbaan van uw kind beschrijven (welke groepen heeft uw kind doorlopen, is hij/zij een keer blijven zitten en/of zijn er schoolwisselingen geweest, en wanneer?).
    • Indien uw kind is blijven zitten of een keer van school gewisseld is, wat was hiervoor de reden?
    • Waren/zijn er problemen met de volgende vakken op de basisschool: taal/spelling, lezen, schrijven, rekenen, zaakvakken (bijvoorbeeld aardrijkskunde of geschiedenis).
    • Kreeg en/of krijgt uw kind extra ondersteuning op school (of buiten school)? Zo ja, wat voor ondersteuning, sinds wanneer en hoe vaak per week?
  • Kan uw kind goed dingen onthouden?
    • Is het geheugen van uw kind net zo goed als dat van kinderen van dezelfde leeftijd?
    • Kan uw kind dingen van langer geleden onthouden, routes en namen onthouden, een paar boodschappen onthouden?
    • Heeft uw kind problemen met het herkennen van mensen, dingen vergeten die hij/zij eerder heeft afgesproken?
  • Is uw kind snel afgeleid?
  • Droomt uw kind weg tijdens het maken van opdrachten, kan uw kind goed naar voorlezen luisteren tot het verhaal uit is, heeft uw kind op school een goed werktempo?
  • Kan uw kind goed plannen (opdrachten, huiswerk)?

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Ook hierbij de vragen leeftijdsgericht uitvragen.

  • Hoe is de interactie/contact tussen u en uw kind (o.a. hechting)?
  • Is er bij uw kind sprake van sociale problemen (o.a. omgang met andere kinderen, gepest worden)?
  • Is er bij uw kind sprake van emotionele problemen (o.a. angsten, depressieve gevoelens, stemmingswisselingen, negatief zelfbeeld)?
  • Is er bij uw kind sprake van gedragsproblemen (o.a. niet luisteren, driftbuien, dwars/tegendraads, agressief)?
  • Heeft u hulp gezocht op dit gebied of zou u hiervoor hulp willen hebben?
Kwaliteitsstandaard Oesofagusatresie
Kies een hoofdstuk

>>Kwaliteitsstandaard OesofagusatresieOmhoog