Home > Late complicaties > ALTE bij een kind met oesofagusatresie
Hoe wordt de oorzaak van een doorgemaakt ALTE (Apparent Life Threatening Event) vastgesteld bij een kind met een oesofagusatresie?
Indien een kind met een oesofagusatresie een ALTE (Apparent Life Threatening Event) doormaakt, wordt de oorzaak van de ALTE onderzocht door het multidisciplinair team in het kinderchirurgisch centrum.
Het is van belang eerst een goede anamnese bij de ouders af te nemen.
Tevens worden op indicatie de volgende onderzoeken uitgevoerd:
- Bronchoscopie voor beoordeling van de mate van tracheo(broncho)malacie en uitsluiten van een recidiverende / persisterende tracheo-oesofageale fistel.
- PH-metrie en/of 24-uurs-impedantie-meting in overleg met de kinder MDL-arts.
- Contrastfoto van de oesofagus om stenose of een (recidiverende) fistel uit te sluiten.
- Combinatie onderzoek: slikfoto om stenose of fistel uit te sluiten voorafgegaan door slikvideo om de slikfunctie bij diverse consistenties (dun vloeibaar/dik vloeibaar) in kaart te brengen en eventueel open tracheo-oesofageale fistel te bepalen.
- Echocardiografie voor beoordeling van de systolische en diastolische functie van het hart en de functie van de hartkleppen.
- Polysomnografie om centrale slaapapneu uit te sluiten.
Het kind blijft opgenomen tot de oorzaak duidelijk is en/of maatregelen genomen zijn om een herhaling zo goed mogelijk te voorkomen. Kind gaat pas naar huis als dat veilig is.
Zo nodig krijgen de ouders een herhaling van de training in Basic Life Support.
Kinderen met een oesofagusatresie hebben een verhoogd risico op ALTE’s (Apparent Life Threatening Events). ALTE’s treden vooral in de eerste maanden op en meestal in de thuissituatie. Bij een kind met een oesofagusatresie kan een ALTE worden veroorzaakt door tracheomalacie, recidiverende fistel, ernstige gastro-oesofageale reflux, door voeding veroorzaakte tracheale compressie of hartafwijkingen [13, 29]. Soms is de oorzaak van een ALTE multifactorieel [29]. Het is van belang om de oorzaak van een ALTE multidisciplinair te onderzoeken, om een herhaling zo goed mogelijk te voorkomen.
PH-metrie wordt op indicatie gedaan in overleg met de MDL-arts: Met PH-metrie kan gekeken worden of de zuurblootstelling hoog is (hoe vaak en hoe lang maagzuur terugstroomt uit de maag naar de slokdarm), maar een hoge zuurblootstelling heeft geen directe relatie met het optreden van ALTE’s. Een hoog aantal refluxperiodes zegt niets over de penetratie van reflux in de farynx en zeker niet over de effectiviteit van de luchtwegbeschermende mechanismen en penetratie in de larynx en aspiratie. Elk kind heeft meerdere reflux episodes per dag (mediaan in het eerste jaar rond de 40-60 per dag), dus ook kinderen met een oesofagusatresie. Er is maar 1 reflux episode nodig om een ALTE te veroorzaken. Alhoewel dit onderzoek dus niet een directe relatie heeft met ALTE’s zegt het wel iets over de zuurblootstelling.