Wanneer neemt de huisarts of de kinderarts in een regionaal ziekenhuis contact op met de regievoerend arts of de zorgcoördinator van het kinderchirurgisch centrum?
De regievoerend arts (RA) informeert de huisarts en – indien deze al betrokken is – de kinderarts in het regionaal ziekenhuis over de aandoening oesofagusatresie, de mogelijke complicaties en in welke situaties contact opgenomen moet worden met de RA of de zorgcoördinator van het kinderchirurgisch centrum.
De huisarts of de kinderarts in het regionaal ziekenhuis neemt in de volgende situaties contact op met de RA van het kinderchirurgisch centrum voor consultatie en eventueel verwijzing:
Wanneer zich bij een kind met een oesofagusatresie complicaties voordoen, zoals recidiverende luchtweginfecties, reflux en problemen met voeding.
Wanneer een kind met een oesofagusatresie wordt opgenomen in een perifeer ziekenhuis.
Bij kinderen met een oesofagusatresie komen klachten zoals recidiverende luchtweginfecties, reflux en problemen met voeding veelvuldig voor. Deze klachten kunnen een gevolg zijn van een complicatie gerelateerd aan de oesofagusatresie. Daarom vergen deze klachten een andere benadering dan bij kinderen die geen oesofagusatresie hebben. Het is noodzakelijk om de onderliggende oorzaak van de klachten te onderzoeken en zo mogelijk te behandelen [9, 29, 36, 47]. Overleg met de kinderchirurg van het kinderchirurgisch centrum is hierbij essentieel.