Ziekte van Parkinson
De ziekte van Parkinson is een ziekte van het zenuwstelsel waarbij zenuwcellen doodgaan. In de hersenen zitten zenuwcellen die de stof dopamine maken. Mensen met deze ziekte hebben te weinig van die stof. Daardoor ontstaan veel van de kenmerken van de ziekte.
Mensen met ziekte van Parkinson kunnen kenmerken hebben zoals:
- moeite met bewegen. Bijvoorbeeld langzamer bewegen of weinig bewegen.
- beven of trillen als iemand rustig zit, staat of ligt. Dat heet een tremor in rust.
- stijve spieren
- problemen om hun evenwicht te houden
- het bovenlichaam niet rechtop, maar een beetje naar voren houden
- problemen met ruiken
- problemen met slapen
- problemen met slikken en praten
- minder goed dingen kunnen onthouden en plannen
- niet goed kunnen poepen en zonder dat iemand dat wil plas verliezen
- bang of depressief zijn
Iemand met ziekte van Parkinson kan ook (nog) andere kenmerken hebben. En niet iedereen met de ziekte krijgt alle kenmerken.
Welke kenmerken iemand krijgt, en hoeveel last iemand er van heeft, kan van persoon tot persoon verschillen.
Mensen zijn vaak rond de 60 jaar oud als ze de ziekte krijgen. Meestal spelen zowel dingen uit de omgeving als erfelijke dingen een rol bij het ontstaan van Parkinson.
Sommige mensen hebben een erfelijke vorm van de ziekte van Parkinson. Dan is de belangrijkste oorzaak een verandering in een gen. Mensen die een erfelijke vorm van de ziekte hebben, zijn vaak jonger dan 40 jaar als de kenmerken beginnen.
Parkinsonisme is een naam voor problemen met bewegen die iemand met de ziekte van Parkinson ook heeft.
De oorzaak van die problemen is bij mensen met parkinsonisme iets anders. Zoals bijvoorbeeld MSA, PSP, of vasculair parkinsonisme na een herseninfarct, een ontsteking van de hersenen, het gebruik van sommige medicijnen of een vergiftiging.
Heb je een vraag? Mail ons.
Diagnose
Een hersenarts (neuroloog) kan denken aan de ziekte van Parkinson als iemand bepaalde kenmerken heeft. Voorbeelden van die kenmerken staan bovenaan deze webpagina.
Er zijn geen scans of bloedtesten om zeker te weten dat iemand Parkinson heeft.
Een scan van de hersenen kan wél helpen als een arts twijfelt of iemand deze ziekte heeft. Lees hier meer informatie.
Als iemand kenmerken heeft van een erfelijke vorm van de ziekte van Parkinson, kan er DNA-onderzoek worden gedaan.
Met DNA-onderzoek kan soms met meer zekerheid vastgesteld worden dat het om een erfelijke vorm van de ziekte gaat.
De uitslag van DNA-onderzoek kan gevolgen hebben voor de behandeling.
Behandeling
De ziekte van Parkinson kan (nog) niet genezen.
Vaak is er wel een ondersteunende behandeling mogelijk. Welke behandeling dat is, verschilt per persoon. Een team van specialisten, zoals de hersenarts (neuroloog), parkinson-verpleegkundige, een fysiotherapeut en een logopedist proberen de kwaliteit van leven van iemand met de ziekte van Parkinson zo goed mogelijk te houden.
Vóórkomen
Over de hele wereld hebben meer dan 4 miljoen mensen de ziekte van Parkinson.
Ongeveer 5 tot 10 van de 100 mensen met de ziekte van Parkinson heeft een erfelijke vorm.
Erfelijkheid
Meestal is de ziekte van Parkinson niet erfelijk.
Het is dan een multifactoriële ziekte. Dit betekent dat zowel veranderingen in het DNA (genen) als dingen in de omgeving een rol spelen.
Sommige mensen hebben wel een erfelijke vorm van de ziekte. Meestal is het dan erfelijk op een autosomaal dominante manier of op een autosomaal recessieve manier.
Beschrijving, diagnose, behandeling, vóórkomen en erfelijkheid van de aandoening zijn overgenomen van www.erfelijkheid.nl. Klik hier voor de hele tekst.
Home>Aandoeningen>Ziekte van ParkinsonOmhoog