Overige zeldzame stollingsstoornissen
Bij bloedstollingsziektes is er iets mis met het stollen van het bloed. Als iemand een bloedstollingsziekte heeft, duurt het te lang voordat er een korstje op een wond komt. Ook kan het gebeuren dat er juist een korstje ontstaat zonder dat er een wond is. Er zijn veel verschillende bloedstollingsziektes.
Normaal komt er een korstje op een wond. Dat korstje is bloed dat hard geworden is; het bloed is gestold. Zo stopt het bloeden.
Maar bij de meeste bloedstollingsziektes stolt het bloed niet genoeg. De wond blijft dan te lang bloeden. Of iemand heeft spontane bloedingen. Omgekeerd kan het bloed ook teveel stollen. Dan kunnen bloedvaten dicht gaan zitten. Daardoor kan trombose ontstaan.
Op onze website hebben we de volgende bloedstollingsziekten beschreven:
- Afwijkingen in de bloedstolling met een grotere kans op trombose, zoals bij Factor V Leiden.
- Afwijkingen in de bloedstolling met een grotere kans op spontane bloedingen, zoals de ziekte van Von Willebrand, hemofilie of immuun trombocytopenie (ITP)
Trombotische trombocytopenische purpura (TTP) is een bloedstollingsziekte waarbij zowel meer kans is op bloedingen, als op trombose.
Heb je een vraag? Mail ons.
Diagnose
Artsen doen bloedonderzoek om te bepalen om welke afwijking in de bloedstolling het gaat.
Behandeling
De behandeling hangt af van de soort bloedstollingsziekte. Soms kunnen medicijnen helpen.
Vóórkomen
Bij de informatie over de verschillende stollingsafwijkingen staat hoe vaak ze voorkomen.
Erfelijkheid
Niet alle bloedstollingsziektes zijn erfelijk.
Kijk verder bij de informatie over de verschillende stollingsafwijkingen.
Beschrijving, diagnose, behandeling, vóórkomen en erfelijkheid van de aandoening zijn overgenomen van www.erfelijkheid.nl. Klik hier voor de hele tekst.
Home>Aandoeningen>Overige zeldzame stollingsstoornissenOmhoog